Monday, December 28, 2009
Tom Waits - Dirt in the Ground (live)
Amateuropname van de uitvoering die op Glitter and Doom Live staat. Wa-ha-wawa.
Wednesday, December 23, 2009
Tandwielen
Dit is een gastpost van Drabkikker.
"Jaaaaha kindertjes, opa Drabkikker was namelijk vroeger heel leuk."
"Jaaaaha kindertjes, opa Drabkikker was namelijk vroeger heel leuk."
Tuesday, December 22, 2009
Lijstje: 10 boeken die ik dit decennium had moeten schrijven
1.
The Kamerlingh-Onnes Quagmire
The Kamerlingh-Onnes Quagmire
Een eenvoudige Groningse wetenschapper ontdekt het absolute nulpunt, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
2.
The Columbus Catastrophe
The Columbus Catastrophe
Een eenvoudige Portugese (Genoaanse? Kretenzische?) zeeman ontdekt Amerika, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
3.
The Akhnaton Arrangement
The Akhnaton Arrangement
Een eenvoudige Egyptische alleenheerser ontdekt dat ie, basically, kan doen waar ie zin in heeft, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
4.
The Pietersen Promise
The Pietersen Promise
Een eenvoudige Workumse huisvrouw ontdekt de Indonesische keuken, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
5.
The Buddha Bafflement
The Buddha Bafflement
Een eenvoudige Noord-Indiase prins ontdekt de ware aard van alle verschijnselen, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
6.
The Bach Boycott
The Bach Boycott
Een eenvoudige Duitse broodmuzikant ontdekt het wohltemperierte klavier, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
7.
The Australia Allowance
The Australia Allowance
Een eenvoudig continent ontdekt zijn onverklaarbare aantrekkingskracht op jonge Europeanen mét geld, zónder doel en mét een rugzak, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
8.
The Smeets Serendipity
The Smeets Serendipity
Een eenvoudige televisiepresentator ontdekt zijn fetish voor Noorse kabeltruiën, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen, helaas zonder succes.
9.
The Jesus Jocularity
The Jesus Jocularity
Een eenvoudige Israëlische timmermanszoon probeert een carriëre als subversief stand-up comedian te lanceren, om het systeem van binnenuit uit te hollen, weet je wel, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
10.
The John Doe Bedazzlement
The John Doe Bedazzlement
Een eenvoudige X ontdekt Y, maar de Katholieke Kerk probeert dit te verdoezelen.
Monday, December 21, 2009
Friday, December 18, 2009
Thuis
Onsteekt bazuinen! Beslaat de trom! Schudt de sistra uit! Blinde Schilpdad, hij is thuis.
Ik lees dat ik, toen ik wegging, schreef dat ik naar Frankrijk ging for a spot of merit gathering and practice. Welnu, ik heb verdienste verzameld. En ik heb beoefend. En weet u wat? Het was best kut.
Van de twee maanden die ik er was, heb ik een maandje retreat gedaan (grootdeels, oh, wat klassíek, in een hutje in een bos.) en een groot deel van de tijd was ik vooral bezig met niet weggaan. Het was, er zijn geen andere woorden voor, verschrikkelijk. Maar waarom, gekke Schilpie, ging je dan niet weg? zult u vragen. Wat zal een normaal mens ook in een vreemd land zonder stromend water, wc en beglaasde ramen in een bos gaan zitten?†
Ach, of ondergetekende een normaal mens is, is uiteraard entirely debatable. Blij toe, eerlijk gezegd. Maar belangrijker is dat dharmabeoefening nou eenmaal niet altijd pais en vree teweeg brengt. Niet meteen, in ieder geval.
Hoe meer je écht naar je geest kunt kijken, hoe meer er opkomt waar je doorheen moet. Of misschien is het beter om te zeggen "...hoe meer er opkomt dat door jóu heenmoet". Het is wellicht geen reclame, maar: boeddhistische meditatie kan uw spirituele cloaca maxima zijn.
Mijn leraar, Lama Walli, zei eens: We suffer because we do, say and think nonsense. "Ik ben dit." "Ik ben dat." "Ik wil dit." "Ik wil dat." Het zijn allemaal gedachten die hun tijd en plaats hebben. Bij een kruispunt of in de supermarkt, bijvoorbeeld. Maar op het meditatiekussen zie je dat gedachten, tenslotte, maar gedachten zijn, voorbijgaand, transparant. Insubstantieel. Dat in elke, afzonderlijke gedachte investeren net zo zinvol (en vermoeiend!) is als proberen met een piepklein parapluutje elke, afzonderlijke regendruppel te onderscheppen om droog te blijven.
Maar het is pijnlijk. Als ik niet vasthou aan "ik ben dit", weet ik dan nog wie ik ben? En als ik niet weet wat ik ben, wat ben ik dan? Wat als de fundamentele logica van mij(n) zelf gewoon niet klopt? Hier is waar je echt een leraar nodig hebt, iemand die je helpt niet terug te schrikken voor de fundamentele groundlessness van ervaring. Hoe dankbaar ik daarvoor ben aan Lama Walli* is niet in woorden te zeggen.
Bon, ik ben hier en het is nu. Thuis. Tamelijk wonderbaarlijk!
“I am this, I am that. Am I doing all right, am I meditating correctly, am I studying well, am I getting somewhere?” If we give all this up, then how do we know if we are advancing in spiritual practice? Quite possibly there is no such thing as spiritual practice except stepping out of self-deception, stopping our struggle to get hold of spiritual states. Just give that up. Other than that there is no spirituality.†) Deze dingen zijn allemaal bijna waar.Chögyam Trungpa, Myth of Freedom, quote gelezen bij James Gritz
*) En aan V., trouwens. You know who you are.
Thursday, December 17, 2009
Groningen, 17 december 2009
AEN DE SNEEUW
Droogh water, koele wol, wit roet, gehackte veêren!
Weest welkom boven op mijn besten hoed en kleêren:
Ick sie niet, hoe men u met reden haten soû,
Die ons van boven brenght de warmte met de koû.Constantijn Huygens, via Album Amicorum
Wednesday, December 16, 2009
Alles is goud
Om te vieren dat ik weer thuis ben nog een piccy van de rivier Dordogne bij zonsondergang, vanaf haar oevers onder de burcht Beynac. Niks aan gedaan behalve croppen.
Tuesday, December 15, 2009
Sunday, December 13, 2009
Een verloren gewaande zijtak van de Rubicon
Op een dag besloot Geurten, de scharensliep, de stoute schoenen eens aan te trekken.
Hij opende de deur van zijn huisje (hetzelfde huisje waar hij was geboren en waar hij al zijn hele leven had gewoond) en stapte over de drempel, op het tuinpad (hetzelfde tuinpad waar hij zelf had leren lopen en later zijn eigen kinderen hun eerste stapjes hadden gezet) en zo, hóp, de wijde wereld in.
Boven heel Schiedam strekte de hemel zich uit als een glazen schaal van het zuiverste azuur en rook naar sneeuwklokjes en benzine.
Verdikkie, dacht Geurten, de scharensliep.
Die sneeuwklokjes begreep hij wel, het was tenslotte vroeg in de lente (dezelfde lente die al zolang hij zich kon herinneren gevoelsmatig het jaar opende en dan met tedere vingers de bh van Schiedams flora en fauna losmaakte. Als het ware.), maar waar kwam toch die benzinelucht vandaan?
Toen zag hij dat de buurkinderen weer geprobeerd hadden zijn schuur in brand te steken. De geblakerde resten van het houten gebouwtje (hetzelfde houten gebouwtje waar hij stapels oude tijdschriften bewaarde en bijna elke avond zijn pistool uit elkaar haalde en weer in elkaar zette en heel goed schoonmaakte) smeulden nog flink na tussen de pereboom en de heg.
Gelukkig had hij zijn fiets (dezelfde fiets waarop hij had leren fietsen en waarmee hij al jaren elke doordeweekse dag naar zijn werkplaats aan de brink reed) gisteren onder het afdakje gezet, want die had hij vandaag nou juist zo hard nodig.
Enfin, hij fietste vrolijk fluitend en vrolijk hobbelend de straat uit, want Geurten was bijna altijd vrolijk en zijn fiets had al jaren geen banden meer.
(naar een van de Schiedamse Legenden die ik schreef in, godbeterehet, het jaar tweeduizend en waaraan Drabkikker zo goed was mij te herinneren)
Hij opende de deur van zijn huisje (hetzelfde huisje waar hij was geboren en waar hij al zijn hele leven had gewoond) en stapte over de drempel, op het tuinpad (hetzelfde tuinpad waar hij zelf had leren lopen en later zijn eigen kinderen hun eerste stapjes hadden gezet) en zo, hóp, de wijde wereld in.
Boven heel Schiedam strekte de hemel zich uit als een glazen schaal van het zuiverste azuur en rook naar sneeuwklokjes en benzine.
Verdikkie, dacht Geurten, de scharensliep.
Die sneeuwklokjes begreep hij wel, het was tenslotte vroeg in de lente (dezelfde lente die al zolang hij zich kon herinneren gevoelsmatig het jaar opende en dan met tedere vingers de bh van Schiedams flora en fauna losmaakte. Als het ware.), maar waar kwam toch die benzinelucht vandaan?
Toen zag hij dat de buurkinderen weer geprobeerd hadden zijn schuur in brand te steken. De geblakerde resten van het houten gebouwtje (hetzelfde houten gebouwtje waar hij stapels oude tijdschriften bewaarde en bijna elke avond zijn pistool uit elkaar haalde en weer in elkaar zette en heel goed schoonmaakte) smeulden nog flink na tussen de pereboom en de heg.
Gelukkig had hij zijn fiets (dezelfde fiets waarop hij had leren fietsen en waarmee hij al jaren elke doordeweekse dag naar zijn werkplaats aan de brink reed) gisteren onder het afdakje gezet, want die had hij vandaag nou juist zo hard nodig.
Enfin, hij fietste vrolijk fluitend en vrolijk hobbelend de straat uit, want Geurten was bijna altijd vrolijk en zijn fiets had al jaren geen banden meer.
(naar een van de Schiedamse Legenden die ik schreef in, godbeterehet, het jaar tweeduizend en waaraan Drabkikker zo goed was mij te herinneren)
Saturday, December 12, 2009
Thursday, December 10, 2009
Wednesday, December 9, 2009
Monday, December 7, 2009
Gevonden!
Dit is een gastpost van Drabkikker.
Het mag natuurlijk bezwaarlijk gastposterij heten om de hele tijd tekeningen van je gastheer op te laden, maar deze had u immers nog van mij tegoed: Der Mann, der Apfel und das Licht.
Het mag natuurlijk bezwaarlijk gastposterij heten om de hele tijd tekeningen van je gastheer op te laden, maar deze had u immers nog van mij tegoed: Der Mann, der Apfel und das Licht.
Saturday, December 5, 2009
Notities
1.
niet dat ik niets zeggen wil
maar in al die mist en stilte
niets dat van z'n plaats beweegt
herinnert al dat maanlicht
of al die regen vraagt
waarom wind de takken schudt
de rauwe kras van een vlaamse gaai
verdwijnt achter de wolken?
2.
storm
die door mij heen
mij naakter waait dan ooit
storm
die bergen maakt en zeeën
van een hand
maar het lijf is onverstoorbaar
als een ondergrondse steen
die geest van grote hoogte
op het lichaam valt en breekt
is ouder dan de wereld en de storm
3.
wolken en mist zijn water dat terugkeert
zo keert alles terug: dit is waar mijn huid verdampt
in de hitte van onwaarheden en van geboorte~en~dood
op één plaats zijn is terugkeer
terugkeer is de dood van alle dingen zijn
zo dood gaan baart het universum
zonder huid kunnen daders
de beste getuigen zijn
4.
nooit dat ik niet aan de kust sta
of een golf niet aan mijn voeten
zich uitput, in het zand verdwijnt
en de wind en heel de wereld niet
mijn glimlach en mijn tranen proeft
5. (één epiloog)
omdat ik vannacht droomde
hoe moe je van alles was
zeg ik: wij zijn de lopers en sprekers
de dansers van het lange lied
tegen de immense stilte
die in alle dingen is
(al roepen we en roepen we
nooit dat er een antwoord komt
zodat we niets kunnen verwijten
zelfs niet dat we dood gaan
of de pijn die alles doet)
en dat alles wat was en wat zal zijn
de vluchtige rook van het heden is
en als we alleen maar hier zijn
gewoon niet gaan tot niemand meer
een antwoord vraagt dat ook wij niet kennen
maar wel mijn handen
aan de jouwe geven kan
is dat (denk ik) genoeg
Wednesday, December 2, 2009
Spons
Dit is een gastpost van Drabkikker.
Ik dacht, ik doe weer eens een gastpost. Omdat ik barst van het gebrek aan inspiratie heb ik drie mensen gevraagd een random steekwoord te noemen, en dat zijn de volgende geworden: parkiet, mergpijp en boernoes. Het idee was dan dat ik een kort verhaal zou schrijven met die woorden erin. Maar bij nader inzien vind ik het veel interessanter om eens nader te kijken naar die woorden zelf. Er lijkt namelijk een heel duidelijke lijn te zitten in het type woorden waarmee mensen komen als je ze om een random woord vraagt.
Om te beginnen zijn, zoals u kunt zien, alledrie de woorden zelfstandige naamwoorden. De kans dat iemand met elk, daar of archiveren was gekomen schat ik nagenoeg nul. Klaarblijkelijk denken mensen bij het woord 'woord' het eerst aan woorden die naar concrete dingen verwijzen, niet aan functiewoorden.
Maar interessanter, en tegelijkertijd evenredig moeilijker om de vinger op te leggen, is dat de woorden allemaal zeg maar 'intrinsiek grappig' zijn. Dit is een concept dat me al jaren intrigeert en het is natuurlijk aan hoge subjectiviteit onderhevig, maar een bepaalde categorie woorden lijkt een ingebakken 'grappigheid' te dragen. En dan bedoel ik niet zozeer schaterlachend grappig; eerder van het oubollige 'wat zegt de directeur nu voor iets mals'-gehalte. Voorbeelden zijn: neus, banaan, bril. En mergpijp, boernoes en parkiet.
Wat is dit? Wat is er 'grappig' aan een neus? Goed, het is een raar lichaamsdeel, maar dat is een kin ook, en kin is niet intrinsiek grappig. Banaan? Okee, daar zouden het nog de genitale associaties kunnen zijn (even daargelaten wat er in 's hemelsnaam humoristisch aan genitaliën is). Maar bril? Gehoorapparaten zijn ook hele rare dingen, maar het woord heeft niets intrinsiek grappigs.
Ik denk dat we hier hele interessante sociolinguistische gebieden betreden, maar het zou te ver reiken om die hier allemaal te bezeilen, want dat vergt diepgravende analyse van het verschijnsel humor in onze maatschappij en dat dan weer in het licht van pragmatiek, psychologie en omgangsvormen. Dat doen we een volgende keer. In de tussentijd heb ik me in ieder geval toch nog aan het oorspronkelijke plan gehouden: ik heb een kort verhaal geschreven met de woorden boernoes, parkiet en mergpijp erin, ha!
PS. Fuk. Ik dacht, ik neem nog even de proef op de som door nog wat meer mensen om random woorden te vragen. Komt Farida met aandrijven. Dat is dus noch een zelfstandig naamwoord, noch intrinsiek grappig. Verdomme, die concrete feiten ook altijd, zo kan een mens toch nooit een leuke theorie volhouden? Nou, wacht maar. Ha: Jamila en haar collega's trekken de statistieken gelukkig weer recht, althans wat het zelfstandig-naamwoord-gedeelte betreft: regenbui, Uithof, boek.
(Farida en Jamila zijn schuilnamen. Eigenlijk heten ze Nynka en Alfke.)
Ik dacht, ik doe weer eens een gastpost. Omdat ik barst van het gebrek aan inspiratie heb ik drie mensen gevraagd een random steekwoord te noemen, en dat zijn de volgende geworden: parkiet, mergpijp en boernoes. Het idee was dan dat ik een kort verhaal zou schrijven met die woorden erin. Maar bij nader inzien vind ik het veel interessanter om eens nader te kijken naar die woorden zelf. Er lijkt namelijk een heel duidelijke lijn te zitten in het type woorden waarmee mensen komen als je ze om een random woord vraagt.
Om te beginnen zijn, zoals u kunt zien, alledrie de woorden zelfstandige naamwoorden. De kans dat iemand met elk, daar of archiveren was gekomen schat ik nagenoeg nul. Klaarblijkelijk denken mensen bij het woord 'woord' het eerst aan woorden die naar concrete dingen verwijzen, niet aan functiewoorden.
Maar interessanter, en tegelijkertijd evenredig moeilijker om de vinger op te leggen, is dat de woorden allemaal zeg maar 'intrinsiek grappig' zijn. Dit is een concept dat me al jaren intrigeert en het is natuurlijk aan hoge subjectiviteit onderhevig, maar een bepaalde categorie woorden lijkt een ingebakken 'grappigheid' te dragen. En dan bedoel ik niet zozeer schaterlachend grappig; eerder van het oubollige 'wat zegt de directeur nu voor iets mals'-gehalte. Voorbeelden zijn: neus, banaan, bril. En mergpijp, boernoes en parkiet.
Wat is dit? Wat is er 'grappig' aan een neus? Goed, het is een raar lichaamsdeel, maar dat is een kin ook, en kin is niet intrinsiek grappig. Banaan? Okee, daar zouden het nog de genitale associaties kunnen zijn (even daargelaten wat er in 's hemelsnaam humoristisch aan genitaliën is). Maar bril? Gehoorapparaten zijn ook hele rare dingen, maar het woord heeft niets intrinsiek grappigs.
Ik denk dat we hier hele interessante sociolinguistische gebieden betreden, maar het zou te ver reiken om die hier allemaal te bezeilen, want dat vergt diepgravende analyse van het verschijnsel humor in onze maatschappij en dat dan weer in het licht van pragmatiek, psychologie en omgangsvormen. Dat doen we een volgende keer. In de tussentijd heb ik me in ieder geval toch nog aan het oorspronkelijke plan gehouden: ik heb een kort verhaal geschreven met de woorden boernoes, parkiet en mergpijp erin, ha!
PS. Fuk. Ik dacht, ik neem nog even de proef op de som door nog wat meer mensen om random woorden te vragen. Komt Farida met aandrijven. Dat is dus noch een zelfstandig naamwoord, noch intrinsiek grappig. Verdomme, die concrete feiten ook altijd, zo kan een mens toch nooit een leuke theorie volhouden? Nou, wacht maar. Ha: Jamila en haar collega's trekken de statistieken gelukkig weer recht, althans wat het zelfstandig-naamwoord-gedeelte betreft: regenbui, Uithof, boek.
(Farida en Jamila zijn schuilnamen. Eigenlijk heten ze Nynka en Alfke.)
Subscribe to:
Posts (Atom)