Wednesday, December 2, 2009

Spons

Dit is een gastpost van Drabkikker.

Ik dacht, ik doe weer eens een gastpost. Omdat ik barst van het gebrek aan inspiratie heb ik drie mensen gevraagd een random steekwoord te noemen, en dat zijn de volgende geworden: parkiet, mergpijp en boernoes. Het idee was dan dat ik een kort verhaal zou schrijven met die woorden erin. Maar bij nader inzien vind ik het veel interessanter om eens nader te kijken naar die woorden zelf. Er lijkt namelijk een heel duidelijke lijn te zitten in het type woorden waarmee mensen komen als je ze om een random woord vraagt.

Om te beginnen zijn, zoals u kunt zien, alledrie de woorden zelfstandige naamwoorden. De kans dat iemand met elk, daar of archiveren was gekomen schat ik nagenoeg nul. Klaarblijkelijk denken mensen bij het woord 'woord' het eerst aan woorden die naar concrete dingen verwijzen, niet aan functiewoorden.



Maar interessanter, en tegelijkertijd evenredig moeilijker om de vinger op te leggen, is dat de woorden allemaal zeg maar 'intrinsiek grappig' zijn. Dit is een concept dat me al jaren intrigeert en het is natuurlijk aan hoge subjectiviteit onderhevig, maar een bepaalde categorie woorden lijkt een ingebakken 'grappigheid' te dragen. En dan bedoel ik niet zozeer schaterlachend grappig; eerder van het oubollige 'wat zegt de directeur nu voor iets mals'-gehalte. Voorbeelden zijn: neus, banaan, bril. En mergpijp, boernoes en parkiet.

Wat is dit? Wat is er 'grappig' aan een neus? Goed, het is een raar lichaamsdeel, maar dat is een kin ook, en kin is niet intrinsiek grappig. Banaan? Okee, daar zouden het nog de genitale associaties kunnen zijn (even daargelaten wat er in 's hemelsnaam humoristisch aan genitaliƫn is). Maar bril? Gehoorapparaten zijn ook hele rare dingen, maar het woord heeft niets intrinsiek grappigs.

Ik denk dat we hier hele interessante sociolinguistische gebieden betreden, maar het zou te ver reiken om die hier allemaal te bezeilen, want dat vergt diepgravende analyse van het verschijnsel humor in onze maatschappij en dat dan weer in het licht van pragmatiek, psychologie en omgangsvormen. Dat doen we een volgende keer. In de tussentijd heb ik me in ieder geval toch nog aan het oorspronkelijke plan gehouden: ik heb een kort verhaal geschreven met de woorden boernoes, parkiet en mergpijp erin, ha!

PS. Fuk. Ik dacht, ik neem nog even de proef op de som door nog wat meer mensen om random woorden te vragen. Komt Farida met aandrijven. Dat is dus noch een zelfstandig naamwoord, noch intrinsiek grappig. Verdomme, die concrete feiten ook altijd, zo kan een mens toch nooit een leuke theorie volhouden? Nou, wacht maar. Ha: Jamila en haar collega's trekken de statistieken gelukkig weer recht, althans wat het zelfstandig-naamwoord-gedeelte betreft: regenbui, Uithof, boek.

(Farida en Jamila zijn schuilnamen. Eigenlijk heten ze Nynka en Alfke.)

6 comments:

  1. oooh brilliant!!!!

    p.s. in antwoord op verification code : malmedy-r!

    ReplyDelete
  2. very very funny funny. Daar ik over een aardig reservoir loze droogkloten beschik (hbo-studenten) zal ik volgende week eens een klein onderzoekje opzetten. Ik maak een tiental paren en de vraag is: welk woord is grappiger? Eventueel tot iets sterkers te distileren door het onderzoek te herhalen met het resultaat.

    ReplyDelete
  3. Ik dacht even: maar ik heette toch Nynkje? Maar je bleek het niet over mij te hebben :)
    Overigens dacht ik bij mergpijp eigenlijk meer aan het bot, niet de lekkernij...

    ReplyDelete
  4. Ah! Ja, dat kan je ook nog hebben. Ik ging er eigenlijk min of meer klakstoots van uit dat je er associatief op was gekomen middels een bakje mergpijpjes. Maar dan had je bij nader inzien waarschijnlijk 'mergpijpje' gezegd.

    ReplyDelete
  5. ik lust ook helemaal geen mergpijpjes... maar da's geen argument, bij nader inzien, want van mergbonken word ik ook niet heel blij.

    ReplyDelete