Saturday, December 5, 2009

Notities

1.

niet dat ik niets zeggen wil
maar in al die mist en stilte

niets dat van z'n plaats beweegt
herinnert al dat maanlicht

of al die regen vraagt
waarom wind de takken schudt

de rauwe kras van een vlaamse gaai
verdwijnt achter de wolken?
2.

storm
die door mij heen
mij naakter waait dan ooit

storm
die bergen maakt en zeeën
van een hand

maar het lijf is onverstoorbaar
als een ondergrondse steen

die geest van grote hoogte
op het lichaam valt en breekt

is ouder dan de wereld en de storm
3.

wolken en mist zijn water dat terugkeert
zo keert alles terug: dit is waar mijn huid verdampt
in de hitte van onwaarheden en van geboorte~en~dood

op één plaats zijn is terugkeer
terugkeer is de dood van alle dingen zijn
zo dood gaan baart het universum

zonder huid kunnen daders
de beste getuigen zijn
4.

nooit dat ik niet aan de kust sta
of een golf niet aan mijn voeten
zich uitput, in het zand verdwijnt
en de wind en heel de wereld niet
mijn glimlach en mijn tranen proeft
5. (één epiloog)

omdat ik vannacht droomde
           hoe moe je van alles was
zeg ik: wij zijn de lopers en sprekers
de dansers van het lange lied
tegen de immense stilte
die in alle dingen is

(al roepen we en roepen we
nooit dat er een antwoord komt
zodat we niets kunnen verwijten
zelfs niet dat we dood gaan
of de pijn die alles doet)

en dat alles wat was en wat zal zijn
de vluchtige rook van het heden is
en als we alleen maar hier zijn
gewoon niet gaan tot niemand meer
een antwoord vraagt dat ook wij niet kennen
           maar wel mijn handen
           aan de jouwe geven kan

is dat (denk ik) genoeg