Lees ook de eerdere Schiedamse Legenden:
De zee bulderde in de holtes tussen de rotsen. Hier, op de ruige kaap die zich net ten zuiden van Schiedam uitstrekte in zee, groeide niks anders dan uitgeteerde vetplanten en zwart mos. De wind was koud en de gierende wolken beloofden regen.
Mirjam trok haar gebreide sjaal strakker om zich heen. Waarom had Marco haar gevraagd om hier te komen? En op dit tijdstip? Het was niet alsof het hele dorp nog niet van hun relatie wist, tenslotte. Ze hadden toch ook binnen kunnen blijven, in haar kleine maar gezellige, en bovenal wárme, kamertje op de zolder van de pastorie?
En het werd ook maar kouder en donkerder. Heel af en toe zag ze een nageltje maan tussen de wolken doorpiepen en een parelwitte albatros vloog over, scheet op de rotsen en vloog weg. Maar nergens een teken van Marco. Totdat...
Juist toen ze dacht maar weg te gaan en de maan weer even scheen werd haar aandacht getrokken door... ja, door wat? Iets tussen de golven.
Een gestalte, zwart en kletsnat maar herkenbaar, bekend bijna. Kon het zo zijn? Ja, het was haar Marco die daar midden in de branding rechtstandig oprees uit de golven. Zijn ogen waren groot en rond en hij had strengen zeegras in zijn prachtige donkere haar. Hij rees en rees, tot hij op het wateroppervlakte stond.
Marco... riep Mirjam tegen de windvlagen in. Maar voor ze haar vraag af kon maken echode zijn stem tussen de rotsen rond het kleine strandje aan de voet van de kaap waar ze beschutting had gezocht.
Mirjam! Ik ben de Messias!
Wat? dacht Mirjam, en haar verbazing werd er niet minder op toen een eindje verderop een tweede gestalte uit het water oprees. Het was wéér Marco, of nóg een Marco, ditmaal met een baksteenrode zeester half over zijn gezicht. Opnieuw klonk een stem.
Mirjam! Ik ben de Messias!
Mirjam schuifelde achterwaarts naar het pad tussen de verweerde rotsen terwijl de beide Marco's langzaam over de golven naar de kaap liepen. Overal waar ze ook keek rezen gestaltes van Marco op uit de ruwe zee rond de kaap, sommige bedekt met zeewier, sommige met tot hun middel dikke korsten schelpdieren. En elk van hen riep, met een stem zo hol als het ruim van een gezonken galjoen:
Mirjam! Mirjam! Ik ben de Messias!
Terwijl de talloze Marco's zich op hun buik in het scherpe zand en over de rotsen wierpen krabbelde Mirjam over het steile pad tussen de rotsen, over de kaap en rende zo snel als haar benen haar wilden dragen over het zanderige pad terug naar het dorp.
Bij de bosrand, waar de vissers over lange lijnen tussen de takken hun netten te drogen hingen, keerde ze zich één keer om en zag dat de Marco's haar niet volgden. De kaap tekende zich heel even scherp af tegen het maanlicht dat over de zee stroomde en ze zag dat de oeroude, verweerde rotsen helemaal bedekt werden door de krioelende massa lichamen van haar verloren minnaar, elk in een donkere, kletsnatte kabeltrui, precies zoals zij er ooit een voor hem gebreid had, elk met grote ronde ogen die de horizon en de hemel afspeurden. En ze hoorde ontelbare keren herhaald en herhaald:
Mirjam! Ik ben de Messias!
Ze liep door het bos naar huis, diep in haar warme sjaal weggedoken, haar rok iets omhooghoudend vanwege het modderige pad. Maar nog toen ze al in het dorp was, op de Brink, in de tuin van de pastorie en op de trap naar haar kleine, gezellige zolderkamertje hoorde ze, als de wind even van recht over zee kwam, de klagelijke kreten.
Mirjam! Ik ben de Messias!
Mirjam! Ik ben de Messias!
Mirjam! Mirjam! Ik ben de Messias!
Absoluut top. Qua thema, stijl, spanning en alles. En het druipt van ironie.
ReplyDeleteMag ik voor dit genre de term reliroman suggereren?
Hmm, ik weet niet. Is het een echt iets religieus, inhoudelijk gesproken? Ik heb namelijk echt géén idee, dit hele ding schoot me min of meer in één keer te binnen.
ReplyDeleteIk maak me een beetje zorgen: misschien ben ik wel een profeet. And where's the money in that?
Profeet. :)
ReplyDeleteGaaf en enger dan Paaltjens, zo'n Marco.
Wat náár.
ReplyDeleteMerkwaardig niet? Dat het eng is. Terwijl er toch feitelijk niets gebeurt. Maar dat is misschien wel het kenmerk van een echt klassiek spookverhaal.
ReplyDeleteI'm rather proud of myself, actually. Suspense per strekkende millimeter.
@Blinde Schildpad
ReplyDeleteReligieus? Dat valt wel mee, hoor. Door het open einde (Is ie het nou of is ie het niet?) neem je expliciet afstand van de pretentie der gevestigde religies (Ja, hij is het! dan wel Nee, hij is het niet!), zodat je eigenlijk meer met het thema van de religie speelt. Bij nader inzien is de term pleliroman dan misschien ook beter.
@Absent Martian: ik moest er een beetje over nadenken hoor. Ik vermoed toch dat áls hier een diepzinnig punt gemaakt wordt dat moet zijn dat met Frege's Sinn en Bedeutung het laatste woord nog niet is gezegd over 'betekenis'. This may just be the raw stuff, right here. Behalve dat is het toch vooral griezelige nonsens, wat misschien in zichzelf al voldoende bestaansrecht verleent.
ReplyDelete@bunnywithaspoon wees mij overigens op de echo's van H.P. Lovecraft die onbewust in dit verhaaltje zijn geslopen. Shadow Over Innsmouth bijvoorbeeld.
Er zit ook een pittige snuf Belcampo in, mijns aandunkens.
ReplyDelete