Saturday, March 6, 2010

John Maynard Keynes, ora pro nobis peccatoribus, nunc et in hora mortis nostrae

Er waren eens drie schattige biggetjes met prachtige, roze krulstaarten.

Het eerste biggetje heette Biff.

Het tweede biggetje heette Baff.

Het derde biggetje heette Melchizedek.

Baff en Melchizedek waren werkloos, maar Biff was de trotse eigenaar van een grote homobar, prominent aan de Brink, midden in Schiedam.

Biffs grote homobar, daar mídden in Schiedam, heette Biffs Grote Homobar Schiedam. In zijn diepste dromen, die hij alleen maar héél soms had, en alleen in de langste nachten van het jaar als het héél, héél donker was en misschien zachtjes sneeuwde, was Biff de trotse eigenaar van een hele keten Grote Homobars door het hele land. Hij wilde die dan Biffs Grote Homobar Winschoten noemen, of Biffs Grote Homobar Hendrik Ido-Ambacht, enzovoorts.

Jammer genoeg was het tot nu toe altijd bij Biffs Grote Homobar Schiedam gebleven en de zaken liepen verrekte slecht.

Wat was namelijk het geval? Er waren maar drie homo's in Schiedam, van wie er zelfs nog eentje helemaal niet zo hield van alcohol of van luide muziek. Biff was zelf ook geen homo en bovendien woonde hij, samen met zijn zusjes, in een ouderwetse stal een eindje buiten Schiedam en vond hij het véél te ver om elke avond helemaal naar de Brink te fietsen.

Daarom had hij de twee overgebleven Schiedamse homo's maar allebei een sleutel gegeven. Hij had een oud sperziebonenblikje op de bar gezet: elke keer als de homo's een biertje wilden drinken konden ze daar dan een gulden in doen.

Iedere maandagochtend zat Biff in de bus naar Schiedam om het blikje te legen en het geld naar de bank te brengen.

En als Biff ziek was, pakte Baff de bus.

En als Biff en Baff allebei ziek waren, ging Melchizedek soms.

En als ze alledrie ziek waren, lieten ze het blikje maar even een week staan. Er zat toch nooit wat in.


Notitie van de auteur: Deze Schiedamse legende hoort om historische redenen bij Een verloren gewaande zijtak van de Rubicon. Zie het als een tweeluik, of zo. De auteur meldt verder nog nooit in Schiedam geweest te zijn en niets van Schiedam te weten.

2 comments:

  1. Geachte Blinde Schildpad,

    Als kenner van de wereld die u schetst, heb ik uw treffend gewrocht als een feest van herkenning op mij laten inwerken, waarbij een steelse glimlach maar nauwelijks te onderdrukken bleek.

    Niemand echter schetste mijn verbazing, noch iemand mijn teleurstelling, zodra ik moest ontdekken dat de afloop een zogeheten open einde mogelijk liet.

    ReplyDelete