Friday, December 31, 2010
Wednesday, December 29, 2010
The prophets go crazy
times will come.
we all be dressed in dust again.
whetting blades against the darkness.
when you don't like to go to the cities
when you don't need the trade.
when you say long goodbyes when you do.
when you tell down the roadside camps
what the old people did to make corn grow.
to make the sun rise. to make strong babies.
and gonna sit and wonder why
they liked so much to stick pictures
to cans of mostly rotten long gone food.
times will come the lord sayeth.
and so the dusty lips and fingers
tasting and squeezing the knoll and the towers.
who knows if the prophets go crazy
or if they is crazy to start with?
stringing the holes in the world.
don't mean they not right though.
Monday, December 27, 2010
Sunday, December 26, 2010
On the bottom of the planet
In a train from Groningen to Harlingen on the bottom of the planet, Dec. 25th 2010.
Friday, December 24, 2010
Thursday, December 23, 2010
Wednesday, December 15, 2010
Wednesday, December 1, 2010
Fryske wurden foar klaai
De Friese Wikipedia smûkte vandaag de voorpagina op met een prachtig feit in de rubriek Wisten jo dat...
... de Eskimo's mear as 100 wurden foar snie hawwe? Dat grutte oantal komt benammen trochdat Eskimo's foar alle ferskiningsfoarmen fan snie in apart wurd kenne.Dan vergeten ze mooi dat het Fries met zeker 20 woorden voor klei minstens net zo bijzonder is!
Blarje: grijze tot dofrode klei die onder je laars zit en nog niet is opgedroogd
Snûrklaai: vochtig mengsel van klei en organisch materiaal aan de rand van een plas, als deze plas zich op een erf bevindt. Dezelfde klei elders heet útselse snûrklaai
Hoarje: bevroren klei
Spysel: zoute, buitendijkse klei, vrij van zichtbaar plantaardig materiaal
Leaffrousklaai: klei in je voortuin die te hard is om om te spitten (oorspronkelijk was het klei die zo hard was dat het bepaalde hoe diep je een graf kon delven, vanwaar de uitdrukking: die het syn kont yn'e leaffrousklaai)
Boalserder dobbe: zanderige klei die de omgeving van Bolsward kenmerkt
Klink (ook Rypster klink): verzamelterm voor verschillende varianten bruine klei aan de oppervlakte
Flongrûn: slappe klei, waar je hoogstens schapen op kunt houden
Klaai: klei
Polleklaai: afwijkende klei in een poot- of voetafdruk (een vrouw die haar echtgenoot met reden verdenkt van vreemdgaan rûkt de polleklaai)
Ljop: zeer natte, dunne klei, bv in een plas op een pad waar veel verkeer is
Piebe's ekstrastiive klaai: zware, rijk geurende en zeer vruchtbare klei, ontdekt door Wytse Piebesma in 1966
Laachjesklaai: sterk gestratificeerde klei
Merch: klei die in iets anders zit, bv het profiel van je schoen
Griene dobbe: groene klei, tegenwoordig meestal kunstmatig groen gemaakt door een van de vele commerciële Dobbefarvers in de omgeving van Heechterp
Klaailjurksjes: fragmenten droge klei die worden opgeworpen door een voertuig, bv een trekker
Holle dobbe: zeer luchtige klei, met een lenteachtige nasmaak
Briedklaai: klei die op de poten van kippen wordt aangebracht als ze van leg af zijn
Plaatsjesklaai: brokken klei die toevallig ergens op lijken, bv Richard Milhous Nixon of een yeti
Dolp: klei aan je broekspijpen (onder de knie)
Âlde stroft: klei aan je broekspijpen (boven de knie) of per ongeluk op brood
(image credit: cc Wikimedia Commons)
Subscribe to:
Posts (Atom)