je bent opgestaan en hebt ontbeten
je hebt gedoucht en je tanden gepoetst
met tandpasta die smaakt naar klei en pepermunt
je kleed je aan drinkt nog één slok lauwe koffie
en fietst naar je werk (het regent niet)
je bent er niet vroeger dan je hoeft te zijn
je leest je emails beantwoordt sommige
je rookt met collega's praat drinkt koffie
tot je om zes uur weer naar huis toegaat
je weekenden spoelen als walvissen aan
ademloos te zwaar voor hun ribben