Beings long to free themselves from misery,
But misery itself they follow and pursue.
They long for joy, but in their ignorance
Destroy it, as they would a hated enemy.
But those who fill with bliss
All beings destitute of joy,
Who cut all pain and suffering away
From those weighed down with misery,
Who drive away the darkness of their ignorance -
What virtue could be matched with theirs?
What friend could be compared with them?
What merit is there similar to this?
Text: Shantideva, Bodhicaryavatara, 1.28-30
Image: Seol Min Sunim, White-Robed Water-Moon Avalokiteshvara
Mja, mja, Sandro, wat zal ik zeggen. Mooie plaat, echt hoor, daar niet van, ik doe het je niet na. Maar, kan die mevrouw niet wat minder, zeg maar, eh, aan? Ik bedoel, niks onzedigs hoor, je kunt bijvoorbeeld doen dat ze dan, zegmaar, haar haar aanheeft. Qua jurk. Dat wapperen kun je dan leuk doen met een stel zwevende figuranten dat dan zegmaar in haar richting blaast, en als je er gewoon een vrouw naast schildert die dan net gauw een tafelkleed over haar heen gooit kun je volgens mij prima wegkomen met een bloot borstje hier of daar. Oh, en, maar nu zeg ik gewoon wat er in me opkomt hoor, als je het niks vindt moet je het gewoon zeggen, het is jouw feestje, maar: een schelp?
ReplyDelete