Zelf niets
je moest een geest van winter hebben
om de vorst te zien en de takken
van de dennen onder korsten sneeuw
en lang koud zijn geweest
voor jeneverbessen in pelzen ijs
en de ruwe sparren in de schittering
van de verre januarizon; en niet te denken
dat een soort ellende in 't geluid doorklinkt
van de wind, in 't geluid van een paar bladeren
wat het geluid is van het land
vol dezelfde wind die waait
op dezelfde kale plaatsen
want de luisteraar die luistert in de sneeuw
en, zelf niets, niets ziet
dat er niet is en het niets dat er is
No comments:
Post a Comment